Op Literaire Reizen zijn we gek op sprookjes. Verhalen worden al generaties lang op elkaar doorverteld en vanuit allerlei gebieden van de wereld zijn verschillende verhalen verschenen die erg veel op elkaar lijken en dezelfde thema's of verhaalelementen bevatten. We schreven eerder een artikel over deze orale verhaalcultuur. Afgelopen week schreven we over de plaatsen in het leven van sprookjesauteur Hans Christian Andersen. Anders dan bij de gebroeders Grimm of Perrault, heeft hij zijn eigen sprookjes geschreven en is hij niet direct beïnvloed door de volksverhalen die er al waren. Niet direct, maar toch zeker wel indirect, want de motieven en elementen uit zijn sprookjes komen ook terug in veel andere verhalen en culturen. Dit komt door intertekstualiteit, wat wil zeggen dat alle teksten met elkaar verbonden zijn. Ieder tekst verwijst, direct of indirect, weer naar andere teksten, en kan nooit op zichzelf staan.
In dit artikel willen we inzoomen op een van de bekendste sprookjes van Andersen, namelijk dat van de kleine zeemeermin. Waar komt zij eigenlijk vandaan?
Het verschil tussen zeemeerminnen en sirenen
Hoewel het sprookje van De Kleine Zeemeermin een bekend verhaal van Hans Christian Andersen is, is het concept van de zeemeermin nog niet nieuw. In de literatuur worden de termen sirene en zeemeermin vaak door elkaar gebruikt. Ze zijn langzaam samengesmolten tot één wezen, al blijft het beeld dat zeemeermin lieflijker zijn dan sirenen wel vaak hangen. Misschien komt dat wel door Ariël... Van oudsher is de zeemeermin een redelijk onschuldig wezen wat half vrouw, half vis is. De sirene daarentegen, is half mens en half vogel, en zingt arme zeelieden tot hun dood. Een van de eerste bronnen over sirenen vinden we in de Odyssee van Homerus.
‘Eerst zul je komen bij de Sirenen, die eenieder betoveren, die ze bezoekt. Wie in onwetendheid nadert en de stem van de Sirenen hoort, keert nooit meer naar huis […] Maar de sirenen betoveren hem door haar helder gezang.’ (Homerus, 193)
De sirenen in de Odyssee betoveren de zeelieden met hun zang en ze zullen nooit meer naar huis terugkeren. Hoewel Homerus niets zegt over het uiterlijk van de sirenen, komen we deze beschrijving wel tegen in de Metamorphosen van Ovidius waarin beschreven wordt dat hun wens om "gevleugeld boven het water te kunnen zweven" ingewilligd wordt, en hun lichaam wordt met veren bedenkt. Ze blijven echter half mens om hun zangkunsten niet te hoeven missen. Hoewel er verschillen zijn tussen zeemeerminnen en sirenen, zijn ze in de loop der tijd samengesmolten tot één wezen: half mens, half vis en ze kunnen altijd mooi zingen. Vaak speelt de zangstem ook een belangrijke rol in het verhaal. Waarom deze twee wezens uiteindelijk samengesmolten zijn, is moeilijk te zeggen, er zijn namelijk verschillende theorieën. Hoewel een sirene half-vogel is, wordt ze wel geassocieerd met de zee en dan is een vissenstaart logischer dan vleugels. Een andere verklaring is dat het Latijnse woord voor veer (pennis) lijkt op het woord voor vin (pinnis) dus het kan ook een vertaalfout zijn. Wat de reden ook is, vanaf de 7e eeuw werden sirenen steeds meer beschreven als half vis dan als half vogel. Interessant is dat Andersen's de Kleine Zeemeermin juist ook veel kenmerken van de sirene heeft.
De invloeden van De Kleine Zeemeermin
Het wezen 'de zeemeermin' was dus zeker niet nieuw toen Andersen zijn sprookje schreef. Zowel in Griekse als Romeinse mythen werden de sirenen al beschreven. Maar Andersen heeft nog meer inspiratie opgedaan met betrekking tot zijn zeemeermin. De kleine zeemeermin van Andersen heeft de uiterlijke kenmerken van de klassieke zeemeermin, en ze is onschuldig. Toch heeft ze ook kenmerken van de sirene: zij en de andere zeemeerminnen kunnen prachtig zingen en dat doen ze dan ook als er een zware storm heerst. Niet om de bemanning naar hun dood te lokken, maar om ze gerust te stellen. Aan het eind van het sprookje zien we nog een sirene-kenmerk. In de literatuur veranderen sirenen in zeemeerminnen, maar De Kleine Zeemeermin keert weer terug: ze verandert in een luchtgeest.
Andersen was de eerste die zowel kenmerken van de sirene als de zeemeermin neerschreef in zijn sprookje. Hoewel het verhaal zijn eigen uitvinding is, is het verhaal wel beïnvloed door andere verhalen. Het plot is geïnspireerd door Undine van Friedrich Heinrich de la Motte Fouqué, een Duits verhaal uit 1811. Een Undine is een waternimf maar zij wordt ook wel beschreven als een zeemeermin. Er zit een verband tussen de twee verhalen: de relatie tussen een mens en een vrouw van de zee, de dreiging van het verliezen van een ziel, en het neersteken van de mens als oplossing. Andere verhalen waarbij een mens een relatie krijgt met een zeewezen zijn Agnete and the merman (een Scandinavische ballade) en Melusine, een middeleeuws Europees volksverhaal. Melusine heeft echter soms een vissenstaart en soms is ze een slang. Ook het Turkse sprookje De Zwijgende Prinses heeft overeenkomsten met De Kleine Zeemeermin. Dit verhaal gaat over een prinses die zwijgt, en wie haar aan het spreken krijgt, mag met haar trouwen. De kleine zeemeermin raakt natuurlijk haar stem kwijt als ze verandert in een mens. Opvallend is dat in het Turkse sprookje wordt gezegd dat 'het meisje zo stom zal blijven als een vis'. De stem van de Kleine Zeemeermin, is een deel van haar identiteit, maar ook het zwijgen nadat ze in een mens is veranderd, is iconisch voor het sprookje van Andersen. Zoals Franz Kafka zei:
"Het zwijgen van een sirene is nog onweerstaanbaarder dan haar stem" (Kafka, 1917).
Het sprookje De Kleine Zeemeermin van Andersen heeft dus inspiratiebronnen uit Duitsland, Turkije, de Romeinse en Griekse oudheid en andere Europese en Scandinavische volksverhalen. De kleine Zeemeermin heeft een mooie reis gemaakt voor ze is neergestreken in Denemarken in de pen van Hans Christian Andersen.
Comments