Wist je dat Tolkien en C.S. Lewis samen een schrijfclub hadden? Samen met enkele andere Engelse schrijvers hielpen ze elkaar met het uitwerken van ideeën en gaven ze feedback op elkaars werk. In dit artikel vertellen we je alles bij het beroemdste schrijfgenootschap van Oxford: de Inklings.
Veel mensen zien schrijven als een eenzaam beroep. Als je denkt aan iemand die een boek schrijft, zie je ze hoogstwaarschijnlijk alleen, ergens op een stil kamertje, terwijl ze bedenkelijk naar een scherm of stapel papier staren. Maar: verhalen werken alleen als je ze deelt. En daarmee hoef je echt niet te wachten tot je alles haarfijn hebt uitgewerkt.
Het schrijfgenootgeschap van Tolkien en Lewis
Oxford is een echte universiteitsstad. Niet gek dus dat het ook in de 20e eeuw al helemaal vol zat met allerlei lees- en schrijfclubjes. De Inklings was er daar eentje van, maar wel een heel bijzondere. Het begon allemaal in december 1929, met twee van de grootste schrijvers uit de Engelse cultuur: J.R.R. Tolkien en C.S. Lewis. J.R.R. Tolkien kennen we vooral van The Lord of the Rings, maar hij heeft ook veel Oudengelse teksten vertaald en opnieuw uitgegeven, zoals Beowulf. C.S. Lewis is bekend van de beroemde Narnia serie. Het zijn dus beiden grote namen en dat maakt het extra bijzonder dat ze een schrijfclubje hadden in de twintigste eeuw.
In 1929 werkten Tolkien en Lewis beiden als docent aan de universiteit van Oxford, maar ze waren niet bepaald close. Diana Glyver, die een bijzonder interessant boek heeft geschreven over deze club schrijvers, met als titel Bandersnatch, haalt een mooi citaat van Lewis aan:
“At my first coming into the world I had been (implicitly) warned never to trust a [Catholic], and at my first coming into the English Faculty never to trust a philologist. Tolkien was both.” (Glyver, Bandersnatch)
De twee hadden dus genoeg om het oneens over te zijn. C.S. Lewis had van jongs af aan geleerd katholieken en taalkundigen te wantrouwen. Tolkien was beide. Gelukkig waren er ook dingen die ze wél deelden, zoals een voorliefde voor Noorse mythologie. Ondanks alle obstakels werden de twee toch nog goede vrienden, tot op het punt dat Tolkien Lewis zelfs als eerste een eigen gedicht durfde te laten lezen. Het was geschreven in dezelfde epische stijl als de verhalen over Loki en Odin die ze beiden zo indrukkend vonden, maar dan in een fictieve setting die Tolkien zelf bedacht had. Voor de kenners: dit was de eerste versie van het verhaal van Beren en Luthién!
Lewis nam het gedicht mee naar huis om het op zijn gemak te lezen en was de volgende dag al laaiend enthousiast. Toen hij het eenmaal uit had, schreef hij Tolkien een lange brief met kritiek, vragen over de tekst en zelfs voorstellen om dingen aan te passen. Misschien klinkt dat een beetje brutaal, maar voor Tolkien was dit het ultieme teken van respect. Het liet niet alleen zien dat Lewis het gedicht leuk vond, maar bovenal: dat hij het serieus nam.
De toon was gezet. Door de jaren heen deelden de twee meer en meer van hun verhalen en gedichten met elkaar. Ze betrokken er andere vrienden bij, planden regelmatige bijeenkomsten in een lokale kroeg en bij elkaar thuis, en ten slotte bedachten ze een naam: de Inklings. Het schrijfgenootschap van Tolkien en C.S. Lewis was geboren.
De Inklings en de kracht van durven delen
De naam “Inklings” is, hoe kan het ook anders, een woordgrap. Het heeft zowel betrekking op “mensen die met inkt werken” als op het Engelse “to have an inkling”: ergens een vaag idee van hebben. Op de bijeenkomsten van de Inklings werden er dan ook vooral veel uitprobeersels en eerste versies voorgelezen. Reageerde de groep positief, dan wist je dat je op het goede spoor zat. Lewis heeft zijn Kronieken van Narnia voor zover we weten niet vooraf met de groep gedeeld, maar bij de voordracht van zijn Screwtape Letters (“Brieven uit de Hel” in het Nederlands) schijnen enkele Inklings bijna van hun stoel te zijn gerold van het lachen. Ook het meer wetenschappelijke werk van Lewis, zoals The Problem of Pain (Het Probleem van het Lijden) en zijn vertaling van de Aeneis van Vergillius werden zeer goed ontvangen.
Glyver, wiens boek Bandersnatch we net al aanhaalden, introduceert het begrip resonators. Het woord “resoneren” komt uit de natuurkunde en betekent “iets dat geluidsgolven oppikt en in dezelfde frequentie gaat meetrillen”. Op dezelfde manier, stelt Glyver, kunnen menselijke resonators de ideeën en het enthousiasme van een auteur oppikken en als het ware “mee gaan trillen”. Met andere woorden: ze tonen interesse en delen hun enthousiasme door feedback te geven en actief mee te denken. Kortom: goede resonators zijn ontzettend behulpzaam voor iedere schrijver en de Inklings hebben daar veel van geprofiteerd!
Dat de Inklings hier goed in waren, blijkt wel uit een ander citaat van Tolkien. Hij schreef over C.S. Lewis:
“Only from him did I ever get the idea that my ‘stuff’ could be more than a private hobby. But for his interest and unceasing eagerness for more I should never have brought [The Lord of the Rings] to a conclusion.” (Glyver, Bandersnatch)
Kortom: als Tolkien het echt in zijn eentje had moeten doen (ergens op een stil kamertje, waar hij bedenkelijk naar een stapel papier staart), was hij nooit zo’n succesvolle schrijver geworden.
Literaire plekjes in Oxford
De Inklings hebben hun stempel achtergelaten in de Engelse literatuur, maar ook in de stad Oxford zijn hun sporen te vinden. De kroeg waar ze vaak samenkwamen, de Eagle and Child, bestaat nog steeds. Hoewel hij al enkele jaren dicht is, kun je het pand nog bekijken. Er gaan geruchten dat het in 2024 of 2025 heropend zal worden, dus zoek het zeker op, als je naar Oxford gaat!
De universiteiten van Oxford zijn sowieso een must, maar in het kader van dit artikel zijn er twee in het bijzonder noemenswaardig: Tolkien zelf gaf les aan het Merton College. In de tuin van het universiteitsgebouw staat nog steeds een stenen tafel, waaraan Tolkien grote delen van The Lord of the Rings geschreven heeft.
Hij heeft ook aan het Magdalen College gewerkt, samen met C.S. Lewis. De kalme tuinen van dit gebouw waren perfect om rustig te werken en de Inklings kwamen regelmatig bij elkaar in de kamers waar Lewis woonde.
Comments